Mensen gaan denken in drie systemen tegelijk: het natuurlijk systeem, het sociaal regelsysteem en de communicatieve zelfsturing. De onderlinge afstemming tussen de twee vroegere filosofische systemen levert de nieuwe filosofie van de communicatieve zelfsturing (p. 70 LvhG).
Cornelis stelt dat ieder mens een verborgen programma heeft. Het gevoel meldt ons of we ons programma uitvoeren. We mogen ons leven zelf sturen en zo schrijven we dat programma. De leeftijd van veertig is voor een mens de leeftijd waarop hij filosofisch wordt en daarmee intelligenter dan zijn omgeving. Dan breekt de creatieve / communicatieve fase aan en klimt men maatschappelijk op van de sociale regelsystemen naar het systeem van de communicatieve zelfsturing.
De
communicatieve zelfsturing is dus de nieuwe filosofie, terwijl de andere twee culturele systemen als stabiteitslagen blijven bestaan als nesteling van emoties. Volgens de sociale kennistheorie van de stabiliteitslagen in de cultuur zijn er slechts drie fundamentele emoties. In hun vertrekpunt zijn ze negatief, het zijn de logisch onbewuste probleemstellingen van het gevoel, die we kennen als angst, boosheid en verdriet. Met de positieve emoties worden we niet geboren, we moeten ze verwerven, in een cultureel leerproces. De culturele omgeving moet zo zijn dat onze (negatieve) emoties zich stabiliseren. De historisch gevormde stabiliteitslagen van het natuurlijk systeem en van het sociaal regelsysteem nestelen de emoties angst resp. boosheid en de nieuw te vormen stabiliteitslaag van de communicatieve zelfsturing nestelt de emotie verdriet. Dat betekent niet dat mensen niet meer angstig of boos kunnen zijn, hoewel de stabiliteitslagen daarvoor al in de maatschappij gevormd zijn. De vorming van de nieuwe stabiliteitslaag destabiliseert de wereld, zoals de maatschappij als leerproces voorheen ook nooit voltooid was. Het kennissysteem van de maatschappij en de cultuur loopt achter op dat van de individuen, waardoor mensen angst, boosheid en verdriet ervaren. Ook iemand die al in het systeem van communicatieve zelfsturing denkt en waarmee de emotie verdriet genesteld word, kan boosheid ervaren, omdat zijn bekwaamheid (een bekwaamheid die past bij de communicatieve zelfsturing, dus de fase van creativiteit) niet wordt erkend. Mensen denken in drie systemen tegelijk.
Er is meer aandacht voor het zelfbeeld van de mens, ook bijvoorbeeld in de zorg. Mensen worden niet langer gestandaardiseerd, zoals in de filosofie van het sociaal regelsysteem. Als het zelfbeeld en het wereldbeeld in strijd zijn ontstaat er een emotionele paradox. Als deze wordt opgeheven ontstaat een rustpunt van de geest, algemeen in de culturele ontwikkeling. Als de emotionele paradoxen opgeheven zijn op individueel niveau past het wereldbeeld in het zelfbeeld (en niet andersom). Ook in het nieuwe onderwijs is er aandacht voor het zelfbeeld. Het wereldbeeld dat in het onderwijs onderwezen wordt dient met het zelfbeeld verbonden te worden. Dat kan door middel van de taal, als het kind leert spreken over de zaken die onderwezen worden. In samenspraak met docenten worden oplossingen ontwikkeld voor het wereldbeeld en het zelfbeeld van het kind.
De filosofie van het sociaal regelsysteem ging uit van belangen. Maar belangen worden in de nieuwe filosofie waarden, dat zijn belangen van iedereen. Waarden zijn sturingsbedoelingen. Dat levert een ethiek op, omdat uitgegaan wordt van waarden. Rationaliteit was in de filosofie van het sociaal regelsysteem een enkelvoudige rationaliteit, uitgaande van belangen. In de filosofie van de communicatieve zelfsturing is rationaliteit echter meervoudig. Regels zijn niet algemeen te formuleren, maar moeten, als het behoort tot het beroep, bijvoorbeeld door de rechter, steeds per geval worden afgeleid uit principes van ethiek.
Die enkelvoudige rationaliteit maakt ook dat in de filosofie van het sociaal regelsysteem de maatschappij centralistisch / hierarchisch gestuurd werd, de mensen werden extern gestuurd in de 20e eeuw. Het nieuwe communicatieve systeem heeft geen centrum meer, het centrum daalt naar elke individuele werknemer, die daarmee sociaal stijgt, in weze omdat zijn kennissysteem in belangrijkheid stijgt. Hoe meer een systeem wordt gedecentraliseerd, hoe intelligenter dat systeem wordt, omdat het aantal beslissingspunten voor besturing een veelvoud wordt en de kennissystemen van de individuen gebruikt worden. Die meervoudige rationaliteit komt ook hier tot uiting, want algemene regels volstaan niet langer. Om fouten in de besturing en in de zelfsturing te vermijden is de communicatie nodig als toetsing.
In de communciatie is daarnaast een essentiele rol voor de specialist weggelegd. Deze dient de complexe wereld te vereenvoudigen zonder iets weg te laten dat belangrijk kan zijn voor de zelfsturing van een mens. Hiertoe moet hij naast specialist ook filosoof zijn om deel te nemen aan het grotere communicatief systeem. De zelfstuurder wil weten welke nieuwe mogelijkheden voortvloeien uit de nieuwe informatie die in elk van de vakgebieden van wetenschap en kennis wordt ontwikkeld.
Om de ontwikkelingen in de steeds sneller veranderende wereld bij te houden, om zelfsturend te blijven, moeten mensen hun interne klok vertragen. Mensen moeten leren leven in de Vertraagde Tijd, wat de echte luxe is in deze en de komende tijd. De culturele vertraging van de interne klok houdt in dat mensen meer tijd nemen voor hun ontwikkeling, waardoor ze ook minder snel oud worden.
In dit artikel zijn formuleringen van Arnold Cornelis uit Rustpunten van de Geest en de Vertraagde Tijd letterlijk overgenomen met toestemming van de uitgever. Beide boeken zijn uitgaven van Stichting Essence.
Je moet lid zijn van arnoldcornelis om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van arnoldcornelis