arnoldcornelis

Logica van het Gevoel

Logica van het gevoel en wat is de verhouding tot de homeostase

Logica van het gevoel

Waar komt ons gevoel vandaan

 en wat is de verhouding tot de homeostase.

 

De naam "Logica van het gevoel" is behalve de titel van een boek [1], ook de naam die in dit boek wordt gegeven aan het interne besturingssysteem van het menselijk organisme, en als definitie wordt gegeven aan filosofie.

 

Het is mij bij lezing van “Logica van het gevoel” opgevallen dat Arnold Cornelis (1934-1999) voor het begrip “besturingssysteem” [2], bijv. in de zin “Daarom is met de logica van het gevoel ook de grondslag van het begrip “ik” verbonden, want gevoel is ons besturingssysteem  de kennis van het eigen systeem van binnenuit, in termen van sturing (p 11).” géén  verwijzing geeft, maar dat wèl doet  (p 471) voor het begrip “cybernetica”  dat nauw verbonden is met het begrip “systeemtheorie” [3].

 

Eén eenvoudige verwijzing  naar de fysiologische variant van het begrip “besturingssysteem” , de homeostase,  naast de rijke, overdadige hoeveelheid  betekenissen die Cornelis aan het begrip “gevoel”  geeft, zou de duidelijkheid van het boek, althans voor mij, zeker ten goede zijn gekomen. Cornelis sluit de vele beschrijvingen af  (p 623) met de mededeling,  dat de vraag waar het menselijk gevoel vandaan komt buiten de grenzen van zijn kentheoretisch onderzoek valt.

Hiermee moet de lezer het doen als hij het verhaal van Cornelis over de logica van het gevoel  tot die pagina heeft gevolgd.  Maar kan dat wel; kan je over de logica van het gevoel spreken als besturingssysteem als  je dat systeem  niet wil of kan lokaliseren in het menselijk organisme.  Het verhaal dat Cornelis presenteert zonder enig fysiologisch verband te leggen tussen  het besturingssysteem en het menselijk organisme komt dan vanuit biologisch oogpunt  bezien in de lucht te hangen.

Wat overblijft is de idee dat de cultuur in de loop van de geschiedenis ontstaan is uit drie stabiliteitslagen, of drie systemen elk met een eigen logica en type mens, die aan algemene systeemeisen en regels van de cybernetica  voldoen. Uit dien hoofde, zo mag dan ook worden aangenomen, werd  Logica van het gevoel blijkens de achterflap geselecteerd als boek van het jaar (1990) door de Systems Research Foundation op het International  Congress for Advanced Studies in Systems Theory Cybernetics and Informatics.

 

Uitgaande van de gedachte dat het biologische domein vormend is voor de ontwikkeling van de menselijke capaciteit,  maar vooral om het boek voor mezelf meer begrijpelijk te maken,  heb ik het antwoord op de vraag waar het gevoel vandaan komt en dus ook waar de logica van het gevoel vandaan komt, gezocht in het werk van Antonio Damasio [4].

 

Waar komt het gevoel vandaan.

Antonio Damasio: In de loop van de evolutie heeft de aangeboren en geautomatiseerde toerusting voor de besturing van het leven – de homeostasemachine – zich tot op een hoog niveau ontwikkeld.

Damasio beschrijft de fysiologische homeostase, waarvan de aanzetten tot opbouw al twee miljard geleden begonnen zijn. Alle levende organismen, van simpele amoebe tot de mens, worden geboren met instrumenten die bedoeld zijn om de fundamentele problemen van het leven zonder dat nadenken daarbij nodig is automatisch op te lossen. Die problemen zijn: energiebronnen vinden, die energie opnemen en transformeren, een innerlijk chemisch evenwicht handhaven dat is aangepast aan het levensproces, de structuur van het organisme handhaven door slijtage te herstellen en bronnen van ziekte en fysieke schade af te weren. Dit geheel van reguleringen en de daaruit voortkomende toestand van gereguleerd leven kunnen we met een enkel woord goed aanduiden: homeostase. Een metafoor die een goed beeld geeft van de homeostase is die van een grote, rommelige boom met steeds hogere en fijner vertakte twijgen die uit dikkere takken ontspruiten en zo een wederzijdse communicatie in stand houden met de wortels van de boom. De geschiedenis van de evolutie staat van wortel tot kruin in die boom geschreven, aldus Damasio.

 

                         

 

Gevoelens zoals Damasio ze gebruikt, komen voort uit reeksen homeostatische reacties en niet alleen uit emoties. Hij beantwoordt m.i. terecht niet de nogal gemakkelijk te beantwoorden vraag wáár onze gevoelens vandaan komen (afhankelijk van de omstandigheden in principe uit elke levende cel van ons lichaam), maar wié tot gevoelens in staat zijn. Hij noemt de volgende 4 punten. Een eerste vereiste om te kunnen voelen is de aanwezigheid van een zenuwstelsel. Ten tweede moet dat zenuwstelsel in staat zijn lichaamsstructuren en lichaamstoestanden in kaart te brengen en mentale patronen en beelden te kunnen voortbrengen. Ten derde moet de inhoud van het gevoel aan het organisme bekend zijn, bewustzijn is daartoe een voorwaarde. Ten vierde, de hersenen van een voelend organisme creëren juist die lichaamstoestanden die gevoelens opwekken, terwijl ze met emoties of aandriften op objecten en gebeurtenissen reageren. Voor organismen die kunnen voelen zijn hersenen dus dubbel noodzakelijk. Ze moeten er zijn om voor kaarten van het lichaam te zorgen. Maar nog daarvoor moeten de hersenen er zijn om de specifieke emotionele lichaamstoestand te sturen of te construeren die uiteindelijk als gevoel in kaart wordt gebracht.

Waar de gevoelens vandaan komen en wie tot gevoelen in staat zijn mag dan wel duidelijk zijn, maar daarmee is niet de vraag beantwoord wat het materiële verband is  tussen logica van het gevoel en de homeostase; twee besturingssystemen die het leven van één menselijk organisme bepalen?

 

 

De verhouding logica van het gevoel en homeostase.

De homeostase is het terrein van de fysiologie, de biologische wetenschap die de levensverrichtingen (zoals de stofwisseling) van organismen bestudeert. Logica van het gevoel  heeft als uiteindelijk doel de zelfsturing van het leren in de ontwikkeling van de menselijke capaciteit (p 60), maar Cornelis geeft er in zijn boek nog vele andere betekenissen aan die het moeilijk maken logica van het gevoel een plaats te geven binnen de bestaande kennis. Als je  beide systemen, homeostase en logica van het gevoel, inhoudelijk met elkaar vergelijkt dan vallen de gelijkenissen meteen op.  Beide systemen besturen het leven, systemen waarin gevoelens en emoties[5] een belangrijk rol spelen, zodat de conclusie getrokken mag worden dat, gelet op het tijdstip van ontstaan,  de logica van het gevoel in zijn ontstaan en  functioneren  zo goed als geheel afhankelijk is  van de homeostase.  Er is echter een verschil, en dat is de kennis waarover beide systemen beschikken. De kennis van de homeostase is gedurende de evolutie neergeslagen in de opbouw van de homeostase zelf, te vergelijken met de stroomlijning van dolfijnen en de vleugels van al wat vliegt [6].  Deze kennisverwerving heeft één nadeel en dat is dat ze zeer langzaam gaat, afhankelijk is van de reproductietijd van de soort. De kennis waarop de logica van het gevoel direct of indirect steunt is dus in de eerste plaats die van de homeostase, maar aangevuld met de externe kennis die sinds enkele duizenden jaren  opgeslagen wordt in de cultuur. Het voordeel van deze kennis is, dat zij zich relatief snel vermeerderd  en aangepast is aan de (problemen van)  de omgeving.  De verzameling homeostatische (automatische) processen streeft naar overleven en welbevinden en deze logica zet zich voort  in de niet-automatische processen tot besturing van het sociale leven en de cultuur, de logica van het gevoel. Die laatste, niet-automatische processen zijn zoals we weten afhankelijk van onderhandelingen, zoals bijv.  de non-proliferatieverdragen en de milieu-akkoorden/protocollen, die dikwijls niet bijdragen aan de kwaliteit van de bestuurlijke instellingen en hun producten.

 

Samenvatting / conclusie

De interne relatie van de logica van het gevoel en de homeostase breng ik in verband met de fundamentele wet uit de cybernetica, te weten,  dat een systeem  een ander systeem alleen maar kan  controleren en sturen als het sturende systeem over meer of beter geordende informatie beschikt dan het gestuurde systeem, steeds gaat het er dus om dat de besturing ligt op een logisch hoger niveau (p 470). Uit dien hoofde kan de logica van het gevoel de homeostase als systeem controleren en sturen, hetgeen een versterking  betekent van de zorg voor zichzelf [7]. Dit komt niet altijd goed uit de verf, zoals bijv. uit de optredende obesitas blijkt.

 

Op alle bestaansniveau’s is er logiciteit: dit betekent dat elk fenomeen gebaseerd is op een interne logische noodzaak, en dat de kosmos derhalve logos is.[8]

 

Wim van Mourik

29 juli 2013.



[1] Arnold Cornelis, Logica van het gevoel,

stabiliteitslagen in de cultuur als nesteling der emoties,

Stichting Essence Amsterdam-Brussel,

Vierde vermeerderde druk 1992.

[2] Het besturingssysteem van het menselijk organisme, wordt voor het eerst beschreven door Walter B. Canon in “Physiological Reviews” in 1929 onder de titel “Organization for Physiological Homeostasis”, cfm.  Walter B. Cannon, The wisdom of the Body, p xiv

[3] De basis voor de algemene systeemtheorie wordt kort na de Tweede Wereldoorlog  gelegd door Ludwig von Bertalanffy.

[4] Antonio Damasio, Het gelijk van Spinoza;

Vreugde, verdriet en het voelende brein,

Tweede druk 2004.

[5] Als voorbeeld van die verwevenheid noem ik de emoties angst, boosheid en verdriet die deel uitmaken van reacties van de homeostasemachine en  mede verantwoordelijk zijn voor  de automatische regulering van het leven, maar tegelijkertijd vormend zijn voor de drie stabiliteitslagen.

[6] Chris Buskes, Evolutionair denken, p 252.

[7] Michel Foucault, Breekbare vrijheid. De politieke ethiek van de zorg voor zichzelf. Boom / Parrèsia 1995, 1998. Hierin beschrijft Foucault (1926-1984)  een aantal technieken die mensen aanwenden om inzicht in zichzelf te verkrijgen. O.a. zelftechnieken die individuen in staat stellen op eigen kracht of met behulp van anderen in te werken op hun lichamen en zielen, gedachten en zijnswijzen om door zichzelf te veranderen een bepaalde staat van geluk, zuiverheid, wijsheid, volmaaktheid of onsterfelijkheid te bereiken.

[8]  Ulrich Libbrecht,  Inleiding comparatieve filosofie  p 126.

Weergaven: 1558

Hierop reageren

Berichten in deze discussie

Dag Wim van Mourik,

 

Ik wil je danken voor deze, mijns inziens zeer interessante, bijdrage.

Deze theorie van Antonio Damassio over homeostase vind ik een heel verhelderende theorie die mijn inzicht in  de filosofie van de logica van het gevoel zeker verdiept.

Volgens mij is zoals jij zegt dat de logica van het gevoel zich voortzet in de niet-automatische processen tot besturing van het sociale leven.

Je zou kunnen zeggen het communicatieve zelfsturingssysteem zichzelf op vele manieren in de wereld al aan het sturen is. Dit is ooit als een homeostasisch systeem begonnen en zet zich nu als een systeem van de logica van het gevoel voort, dat ook weer op zoek is naar een soort balans.

Ik hoop hier nog vele woorden over te kunnen wisselen.

Vriendelijke groet,

Martin uit den Bogaard. 

Dag Wim, 

Bedankt voor je mooie bijdrage. Interessante link tussen de Logica van het Gevoel en homeostase. Ik heb onlangs het boek 'self comes to mind' gelezen van Damasio en mij was het verband ook al opgevallen. Zie mijn blog 'gevoel als barometer voor management'.  Wat ik ook mooi vind is dat Cornelis ook duidelijk maakt dat elk individu versneld de hele evolutie doormaakt. Dus daar zit wel een link naar de biologie. In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw stonden de neurowetenschappen nog niet zo in de belangstelling als nu. Wat mij ook trof was dat zowel Cornelis als Damasio benadrukken dat de 'lagere' systemen niet minder belangrijk zijn geworden doordat er nieuwe stuursystemen bijkomen. Veel systemen in ons lichaam zijn betrokken bij het tot stand komen van gevoel en bewustzijn, nooit los te zien van de situatie van ons lichaam en de omgeving. 

Ik vind je stuk een artikel waard, ga je dat naar een tijdschrift sturen? Of heb je dat al eerder gedaan wellicht? 

Hartelijke groet, 

Tonnie

Dag Martin,

Dank je wel voor je reactie.

Ik probeer me nog steeds een beeld te vormen hoe Cornelis het begin van de logica van het gevoel (cultuur) als een voortzetting ziet van de logica van het organisme (natuur). (p.181, zie ook p.21) 

Het homeostatische systeem blijft immers z’n werk doen ook na het begin van de logica van het gevoel zoals het dat miljoenen jaren met succes heeft gedaan.

Blijft het doel hetzelfde en/of blijven de middelen hetzelfde bij de voortzetting?

Is er sprake van causaliteit, zoals in: het begin van de beweging van de rode bal is een voortzetting van de beweging van de witte bal.

En: oorlog is de voortzetting van de politiek met toevoeging van andere middelen. Hier kan ik me iets bij voorstellen.

Hartelijke groet,

Wim


 

Dag Tonnie,

Dank je wel voor je reactie. Wat ik heb geprobeerd te doen is het onderwerp dat Cornelis  heeft achtergelaten onder de naam Logica van het gevoel verder te doordenken met behulp van na zijn dood verschenen literatuur. Het ning-netwerk arnoldcornelis leek mij wel vanwege het open karakter een aardige – en voor zover mij bekend ook de enige gerede - plaats om de discussie te starten. Het stukje van mij is dus nergens anders verschenen.

Inderdaad op verschillende plaatsen legt Cornelis wel een verband met de biologie, maar als hij over de begrippen logica en gevoel spreekt  in termen van sturing, bijv. op pagina 51,  moet ik denken aan de homeostase.

Hartelijke groet,

Wim

Hallo Wim,

Ik heb jouw artikel met veel interesse gelezen.

Jij stelt dat de fysiologische variant van het begrip “besturingssysteem”, zoals Cornelis het gebruikt, “homeostase” is. Vervolgens geef je aan dat het de duidelijkheid van het boek ten goede zou zijn gekomen indien Cornelis dat ook zo zou hebben gezien. Maar ik vraag me af of we homeostase en besturingssysteem wel met elkaar kunnen vergelijken.

In mijn perceptie is homeostase de capaciteit waarover een organisme beschikt om alle interne bestanddelen van het interne milieu in een relatief stabiel evenwicht te houden, ondanks permanente variaties in het externe milieu. Dat relatieve evenwicht is dynamisch. Het is geen toestand maar een proces waarin behalve regulatie ook “niet omkeerbare” veranderingen plaatsvinden die de evolutie van het systeem markeren. Deze niet omkeerbare veranderingen berusten, zoals jij aan 't eind van je artikel aangeeft, op een principe van “logiciteit”. Elk fenomeen doet zich voor op grond van een “interne logische noodzaak”. Daar achterweg gaat volgens mij de werking van zogenaamde “attraktoren”. Die “trekken” het wordingsproces van de werkelijkheid in een bepaalde richting. In de natuur is er sprake van een permanent streven naar evenwicht. Maar dat streven is niet het gevolg van een “sturingssysteem”. Veelmeer berust het op de lokale aanwezigheid en dichtheid van bepaalde attraktoren. Op het niveau van de mens gaat het daarbij om specifieke constellaties van memen en genen. In zekere zin geeft Cornelis dat aan als hij het heeft over het “verborgen programma” van de mens. Hij zegt: “het gevoel is de kennis die we hebben van ons verborgen programma, en dat gevoel is aangeboren”. Maar het programma ligt verborgen in de tijd, en er is een heel leven van interne en externe logische noodzaken nodig om de sturingsimpulsen die erin verborgen liggen als mogelijke veranderingen van de werkelijkheid toe te passen.

Ik concludeer dat, zowel voor de homeostase als voor het gevoel geldt dat er sturing vanuit gaat, maar dat wil nog niet zeggen dat we beide met elkaar als sturingssystemen kunnen vergelijken.

Met vriendelijke groet;

Hendrik ten Berge



Wim van Mourik zei:

Dag Martin,

Dank je wel voor je reactie.

Ik probeer me nog steeds een beeld te vormen hoe Cornelis het begin van de logica van het gevoel (cultuur) als een voortzetting ziet van de logica van het organisme (natuur). (p.181, zie ook p.21) 

Het homeostatische systeem blijft immers z’n werk doen ook na het begin van de logica van het gevoel zoals het dat miljoenen jaren met succes heeft gedaan.

Blijft het doel hetzelfde en/of blijven de middelen hetzelfde bij de voortzetting?

Is er sprake van causaliteit, zoals in: het begin van de beweging van de rode bal is een voortzetting van de beweging van de witte bal.

En: oorlog is de voortzetting van de politiek met toevoeging van andere middelen. Hier kan ik me iets bij voorstellen.

Hartelijke groet,

Wim


 

Bijlagen:



Hendrik ten Berge zei:

Hallo Wim,

Ik heb jouw artikel met veel interesse gelezen.

Jij stelt dat de fysiologische variant van het begrip “besturingssysteem”, zoals Cornelis het gebruikt, “homeostase” is. Vervolgens geef je aan dat het de duidelijkheid van het boek ten goede zou zijn gekomen indien Cornelis dat ook zo zou hebben gezien. Maar ik vraag me af of we homeostase en besturingssysteem wel met elkaar kunnen vergelijken.

In mijn perceptie is homeostase de capaciteit waarover een organisme beschikt om alle interne bestanddelen van het interne milieu in een relatief stabiel evenwicht te houden, ondanks permanente variaties in het externe milieu. Dat relatieve evenwicht is dynamisch. Het is geen toestand maar een proces waarin behalve regulatie ook “niet omkeerbare” veranderingen plaatsvinden die de evolutie van het systeem markeren. Deze niet omkeerbare veranderingen berusten, zoals jij aan 't eind van je artikel aangeeft, op een principe van “logiciteit”. Elk fenomeen doet zich voor op grond van een “interne logische noodzaak”. Daar achterweg gaat volgens mij de werking van zogenaamde “attraktoren”. Die “trekken” het wordingsproces van de werkelijkheid in een bepaalde richting. In de natuur is er sprake van een permanent streven naar evenwicht. Maar dat streven is niet het gevolg van een “sturingssysteem”. Veelmeer berust het op de lokale aanwezigheid en dichtheid van bepaalde attraktoren. Op het niveau van de mens gaat het daarbij om specifieke constellaties van memen en genen. In zekere zin geeft Cornelis dat aan als hij het heeft over het “verborgen programma” van de mens. Hij zegt: “het gevoel is de kennis die we hebben van ons verborgen programma, en dat gevoel is aangeboren”. Maar het programma ligt verborgen in de tijd, en er is een heel leven van interne en externe logische noodzaken nodig om de sturingsimpulsen die erin verborgen liggen als mogelijke veranderingen van de werkelijkheid toe te passen.

Ik concludeer dat, zowel voor de homeostase als voor het gevoel geldt dat er sturing vanuit gaat, maar dat wil nog niet zeggen dat we beide met elkaar als sturingssystemen kunnen vergelijken.

Met vriendelijke groet;

Hendrik ten Berge

Bijlagen:

Hallo Wim,

Even een opmerking vooraf: jouw artikel werpt belangrijke vragen op, en vooral ook onderschrijf ik de bedoeling om de filosofie van Arnold Cornelis te confronteren met recente kennistheoretische inzichten en ontwikkelingen.

Ook bij mij komen veel vragen op. De relatie die jij legt tussen homeostase en gevoel (“de Logica van het Gevoel”als sturingssysteem aldus Cornelis) is volgens mij erg de moeite waard om verder verdiept te worden, en ik hoop dat er nog veel reacties op komen.

Toen ik het artikel las was mijn eerste reactie zoiets van: “..hoe kan hij dat nou zeggen? Homeostase is een “from process emerging quality” die zich manifesteert als tendens om het interne milieu van een systeem stabiel te houden. In zo'n geval is er toch geen sprake van een systeem specifieke sturingsbedoeling? Bovendien is een “stuursysteem” een deelsysteem van een overkoepeld systeem dat gestuurd wordt. Homeostase is geen deelsysteem, en sturing is sowieso alleen zinvol voor systemen die in beweging zijn en die gedwongen zijn risico's te nemen om die beweging in stand te houden. Homeostase tendeert juist naar het tegenovergstelde..? Dat was zo ongeveer mijn eerste spontane reactie. Een stukje verder in het artikel moest ik denken aan de relatie tussen de genetica en de memetica, aan de theorie van de “gemiddelde evolutie” en de zogenaamde “attractoren”. Allemaal interessante associaties. Maar uiteindelijk kwam toch de vraag bij mij op of het wel haalbaar is om homeostase en gevoel als “sturingssystemen“ met elkaar te vergelijken?

Ik begrijp uit jouw antwoord op mijn eerste reactie, dat jij vind van wel, omdat er in beide gevallen sprake is van regulatie. Ik denk ook dat we dat zo wel mogen zien, maar toch wil ik mijn oorspronkelijke intuïtie inzake de “sturingsbedoeling” iets verder verdiepen en graag jouw mening daarover horen.

Volgens de theorie van de gemiddelde evolutie is het zo dat, als er in de inkomende materie-, energie- en/of informatiestroom van een systeem een variatie ontstaat, de verschillende partikels waaruit het systeem bestaat dit interpreteren als een “bijkomende stress". Ze gaan zich dan “egoïstisch” gedragen en zodanig reageren dat ze de stress voor zichzelf minimaliseren. Al naar gelang de complexiteit van het systeem ontstaat er zo een specifiek dempingspatroon. In het geval van een plas water bijvoorbeeld, nadat er een steen in is gevallen, zijn dat concentrische golfbewegingen. Die blijven zolang bestaan totdat de stress geheel afgebouwd is. (hier is een interessante link mogelijk naar wat jij zegt: “De kennis van de homeostase is gedurende de evolutie neergeslagen in de opbouw van de homeostase zelf, te vergelijken met de stroomlijning van dolfijnen... Misschien kunnen we ook zeggen: Dolfijnen hebben in de loop van de evolutie die vorm aangenomen, die bij voor watermoleculen minimale stress veroorzaakt, en dus minimale weerstand oproept.) Deze systeem specifieke dempingspatronen worden “attractoren” genoemd omdat ze, zoals ik reeds zei, als het ware de evolutie in een bepaalde richting trekken. C. Peirce merkte op: “de natuur heeft een tendens om gewoontes te vormen.” Welnu, attractoren zorgen in de evolutie voor een “verhoogde waarschijnlijkheid” van herhaling van niet omkeerbare ontwikkelingen (“evolutionaire gewoontes”). De complexiteit van attractoren varieert al naar gelang het evolutionair parcours van de attractor. Ze bestaan uit een combinatie van energie, materie en informatie. Als regel geldt: hoe complexer de attractor, hoe onafhankelijker materie/energie en informatie van elkaar erin optreden. In het geval van de plas water zijn de watermoleculen (materie) ook tevens de energie- en informatiedragers. Maar op het niveau van de mens (zowel individu als soort) gaat het om informatiecodes (ADN en denkbeelden) en informatiedragers (genen en memen ) die alleen door complexe (zelf organiserende), interpreterende en codificerende systemen kunnen worden ingelezen en omgezet. Deze systemen hebben de eigenschap dat ze zichzelf kunnen repliceren (herhaling) en veranderen (niet omkeerbare ontwikkelingen ondergaan door leren). De mens als individu, maar ook als soort, is een zichzelf herhalend, en een zichzelf en de omgeving veranderend systeem. De mens “is” en “wordt”. Voor zowel “worden” (leerprocessen gestuurd door het gevoel) als “bestaan” (leerprocessen gestuurd door homeostase) is sturing nodig. Als we stellen dat Arnold Cornelis spreekt over “communicatieve zelfsturing” van de lerende mens omdat, in relatie tot de synchroniciteit van het leven en in relatie tot de diachroniciteit van de evolutie, het leerproces van de mens gestuurd wordt door zowel het fysiologisch inlezen van het “verborgen programma“ (sturingsintenties in relatie tot het “hier en nu” van het “worden”), als cultureel inlezen van het “verborgen programma“(sturingsintenties in relatie tot het “hier en nu” van het “bestaan), dan zegt mijn intuïtie dat we Arnold Cornelis waarschijnlijk verkeerd interpreteren. Maar, behalve dat ik het gevoel heb dat jij het ook iets anders ziet, vind ik de vragen omtrent oorsprong en doel van sturing een bijzonder inspirerend thema waarin mijnsinziens ook de relatie tussen genetica en memetica een plek moet kunnen vinden.

Met vriendelijke groet,

Hendrik

Dag Martin,

De druk die ik gebruik is vierde vermeerderde druk uit 1992, zie noot 1 bij mijn artikel.

Met vriendelijke groet,

Wim van Mourik
 Martin uit den Bogaard zei:



Wim van Mourik zei:

Dag Martin,

Dank je wel voor je reactie.

Ik probeer me nog steeds een beeld te vormen hoe Cornelis het begin van de logica van het gevoel (cultuur) als een voortzetting ziet van de logica van het organisme (natuur). (p.181, zie ook p.21) 

Het homeostatische systeem blijft immers z’n werk doen ook na het begin van de logica van het gevoel zoals het dat miljoenen jaren met succes heeft gedaan.

Blijft het doel hetzelfde en/of blijven de middelen hetzelfde bij de voortzetting?

Is er sprake van causaliteit, zoals in: het begin van de beweging van de rode bal is een voortzetting van de beweging van de witte bal.

En: oorlog is de voortzetting van de politiek met toevoeging van andere middelen. Hier kan ik me iets bij voorstellen.

Hartelijke groet,

Wim


 

Dag Hendrik,

 

Het begrip gemiddelde evolutie is mij evenals attractor en het bijbehorende  demping onbekend, maar tegen de achtergrond van het algoritme variatie, selectie en reproductie krijgen ze toch wel voldoende betekenis voor me. Het algoritme variatie, selectie en reproductie heeft betrekking op de levende natuur. De begrippen gemiddelde evolutie, attractor en demping hebben als ik het goed begrijp betrekking op alle processen die zich na de oerknal hebben voorgedaan. Dit leid ik af uit de regel die jij geeft:  hoe complexer de attractor, hoe onafhankelijker materie/energie en informatie van elkaar erin optreden, en uit het voorbeeld:  in het geval van de plas water zijn de watermoleculen (materie) ook tevens de energie- en informatiedragers. Waar het om gaat is gebonden en vrije energie en het al dan niet gemakkelijk uiteenvallen van materie.

De vraag die bij mij opkomt is: heb je de theorie van de gemiddelde evolutie nodig bij het verklaren / lezen van Logica van het gevoel  en: kan je niet volstaan met de theorie van Darwin / genoemd algoritme, conform het principe Ockhams scheermes?

 

Het onderstaande is een vrije bewerking van jouw gedachtegang.

De homeostase heeft zeker de werking van een attractor – demping van inkomende informatie of energie – maar heeft daarnaast ook eigenschappen die moeten voorkomen dat het organisme in problemen komt en het dempingsmechanisme in werking treedt; denk bijv. aan een opkomend hongergevoel dat je aanzet te stoppen met werken en op zoek te gaan naar voedsel, of aan de koude rillingen die je naar iets warms doen grijpen, of je regenjas aandoen bij het zien van een donker wolkje. In het algemeen kun je zeggen dat de homeostase ervoor zorgt dat de cel(len) en / of  het organisme in leven blijven. Het doel van de homeostase is dan ook het in stand houden van het leven. Dit, gevoegd bij het gegeven dat de homeostase als een systeem is te beschouwen omdat het interageert met zijn omgeving, geeft aan de homeostase de status van doelgericht systeem of stuursysteem.

De homeostase is opgebouwd uit verschillende subsystemen, waaronder het immuunsysteem dat een bijzondere plaats inneemt. Het is namelijk in staat om de snelheid van de evolutie / replicatie van bacteriën-  en virusstammen bij te houden, een tempo dat voor de menselijke evolutie / replicatie veel te groot is. Het geheugen van het immuunsysteem bestaat uit vele unieke lymfocyten waarvan er tenminste één geactiveerd wordt bij het indringen van een ziekteverwekker die vervolgens een antilichaam produceert om de ziekteverwekker te lijf te gaan. Het immuunsysteem zelf werkt dus ook volgens het algoritme variatie, selectie en reproductie[1].

Dit doet me denken aan “de cultuur als het externe geheugen van de maatschappij, om te beginnen extern aan het individu, zodat cultuur geen psychologisch of subjectief systeem meer is, maar een filosofie en een logisch kennissysteem van overdraagbare stuurcodes”  (p 73)[2].

Ik ben benieuwd hoe de cultuur zich zal ontwikkelen en welke ruimte die ontwikkeling laat aan de individuele projecten van communicatieve zelfsturing.

 

Met vriendelijke groet,

Wim van Mourik

09-10-2013



[1] Chris Buskes, Evolutionair denken. De invloed van Darwin op ons wereldbeeld.

 p 257.

[2] Arnold Cornelis, Logica van het gevoel,

stabiliteitslagen in de cultuur als nesteling der emoties,

Stichting Essence Amsterdam-Brussel,

Vierde vermeerderde druk 1992.



Hendrik ten Berge zei:

Hallo Wim,

Even een opmerking vooraf: jouw artikel werpt belangrijke vragen op, en vooral ook onderschrijf ik de bedoeling om de filosofie van Arnold Cornelis te confronteren met recente kennistheoretische inzichten en ontwikkelingen.

Ook bij mij komen veel vragen op. De relatie die jij legt tussen homeostase en gevoel (“de Logica van het Gevoel”als sturingssysteem aldus Cornelis) is volgens mij erg de moeite waard om verder verdiept te worden, en ik hoop dat er nog veel reacties op komen.

Toen ik het artikel las was mijn eerste reactie zoiets van: “..hoe kan hij dat nou zeggen? Homeostase is een “from process emerging quality” die zich manifesteert als tendens om het interne milieu van een systeem stabiel te houden. In zo'n geval is er toch geen sprake van een systeem specifieke sturingsbedoeling? Bovendien is een “stuursysteem” een deelsysteem van een overkoepeld systeem dat gestuurd wordt. Homeostase is geen deelsysteem, en sturing is sowieso alleen zinvol voor systemen die in beweging zijn en die gedwongen zijn risico's te nemen om die beweging in stand te houden. Homeostase tendeert juist naar het tegenovergstelde..? Dat was zo ongeveer mijn eerste spontane reactie. Een stukje verder in het artikel moest ik denken aan de relatie tussen de genetica en de memetica, aan de theorie van de “gemiddelde evolutie” en de zogenaamde “attractoren”. Allemaal interessante associaties. Maar uiteindelijk kwam toch de vraag bij mij op of het wel haalbaar is om homeostase en gevoel als “sturingssystemen“ met elkaar te vergelijken?

Ik begrijp uit jouw antwoord op mijn eerste reactie, dat jij vind van wel, omdat er in beide gevallen sprake is van regulatie. Ik denk ook dat we dat zo wel mogen zien, maar toch wil ik mijn oorspronkelijke intuïtie inzake de “sturingsbedoeling” iets verder verdiepen en graag jouw mening daarover horen.

Volgens de theorie van de gemiddelde evolutie is het zo dat, als er in de inkomende materie-, energie- en/of informatiestroom van een systeem een variatie ontstaat, de verschillende partikels waaruit het systeem bestaat dit interpreteren als een “bijkomende stress". Ze gaan zich dan “egoïstisch” gedragen en zodanig reageren dat ze de stress voor zichzelf minimaliseren. Al naar gelang de complexiteit van het systeem ontstaat er zo een specifiek dempingspatroon. In het geval van een plas water bijvoorbeeld, nadat er een steen in is gevallen, zijn dat concentrische golfbewegingen. Die blijven zolang bestaan totdat de stress geheel afgebouwd is. (hier is een interessante link mogelijk naar wat jij zegt: “De kennis van de homeostase is gedurende de evolutie neergeslagen in de opbouw van de homeostase zelf, te vergelijken met de stroomlijning van dolfijnen... Misschien kunnen we ook zeggen: Dolfijnen hebben in de loop van de evolutie die vorm aangenomen, die bij voor watermoleculen minimale stress veroorzaakt, en dus minimale weerstand oproept.) Deze systeem specifieke dempingspatronen worden “attractoren” genoemd omdat ze, zoals ik reeds zei, als het ware de evolutie in een bepaalde richting trekken. C. Peirce merkte op: “de natuur heeft een tendens om gewoontes te vormen.” Welnu, attractoren zorgen in de evolutie voor een “verhoogde waarschijnlijkheid” van herhaling van niet omkeerbare ontwikkelingen (“evolutionaire gewoontes”). De complexiteit van attractoren varieert al naar gelang het evolutionair parcours van de attractor. Ze bestaan uit een combinatie van energie, materie en informatie. Als regel geldt: hoe complexer de attractor, hoe onafhankelijker materie/energie en informatie van elkaar erin optreden. In het geval van de plas water zijn de watermoleculen (materie) ook tevens de energie- en informatiedragers. Maar op het niveau van de mens (zowel individu als soort) gaat het om informatiecodes (ADN en denkbeelden) en informatiedragers (genen en memen ) die alleen door complexe (zelf organiserende), interpreterende en codificerende systemen kunnen worden ingelezen en omgezet. Deze systemen hebben de eigenschap dat ze zichzelf kunnen repliceren (herhaling) en veranderen (niet omkeerbare ontwikkelingen ondergaan door leren). De mens als individu, maar ook als soort, is een zichzelf herhalend, en een zichzelf en de omgeving veranderend systeem. De mens “is” en “wordt”. Voor zowel “worden” (leerprocessen gestuurd door het gevoel) als “bestaan” (leerprocessen gestuurd door homeostase) is sturing nodig. Als we stellen dat Arnold Cornelis spreekt over “communicatieve zelfsturing” van de lerende mens omdat, in relatie tot de synchroniciteit van het leven en in relatie tot de diachroniciteit van de evolutie, het leerproces van de mens gestuurd wordt door zowel het fysiologisch inlezen van het “verborgen programma“ (sturingsintenties in relatie tot het “hier en nu” van het “worden”), als cultureel inlezen van het “verborgen programma“(sturingsintenties in relatie tot het “hier en nu” van het “bestaan), dan zegt mijn intuïtie dat we Arnold Cornelis waarschijnlijk verkeerd interpreteren. Maar, behalve dat ik het gevoel heb dat jij het ook iets anders ziet, vind ik de vragen omtrent oorsprong en doel van sturing een bijzonder inspirerend thema waarin mijnsinziens ook de relatie tussen genetica en memetica een plek moet kunnen vinden.

Met vriendelijke groet,

Hendrik

Hallo Wim,

Jij zegt: “..De vraag die bij mij opkomt is: heb je de theorie van de gemiddelde evolutie nodig bij het verklaren / lezen van Logica van het gevoel en: kan je niet volstaan met de theorie van Darwin / genoemd algoritme, conform het principe Ockhams scheermes?..”

Welnu, een argument zou kunnen zijn dat Darwins evolutietheorie uitsluitend van toepassing is op levende systemen, terwijl de theorie van de gemiddelde evolutie alle systemen betreft, en dus ook de culturele systemen waarover Arnold Cornelis spreekt: het natuurlijk systeem, de sociale regelsystemen en het systeem voor communicatieve zelfsturing. Bovendien, zoals alle messen snijdt ook Ockhams scheermes van twee kanten. Het staat voor een principe dat zich richt op het nog steeds overheersende hypthetico-deductieve denksysteem (nieuwe betekenissen worden afgeleid van wetenschappelijk reeds gevalideerde betekenissen), maar de huidige informatie- en communicatietechnologieën openen ook steeds meer mogelijkheden voor bijvoorbeeld axiomatico-inductieve denksystemen (losstaand van reeds gevalideerde kennis, geheel nieuwe en originele betekenisrelaties met de werkelijkheid genereren) . Naar mijn mening moeten we het “systeem van communicatieve zelfsturing” van Arnold Cornelis ook zien tegen de achtergrond van de overgang naar geheel nieuwe denksystemen.

Een ander argument zou kunnen zijn dat zowel homeostase als gevoel, deelsystemen zijn van “het systeem mens” en als zodanig moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Zo kan bijvoorbeeld door een emotionele schok (gevoel) het immuunsysteem (homeostase) duurzaam ontregeld worden (bijvoorbeeld in het geval van psoriasis). Natuurlijk kunnen we zeggen dat we in het geval van homeostase het levende systeem in 't algemeen bedoelen, maar dan raken we de 'ik relatie' inzake de sturingsvraag kwijt. Alleen zolang we ervan uitgaan dat homeostase en gevoel deelsystemen zijn van de mens kunnen we de sturingsvraag benaderen vanuit de individuele mens, in relatie tot de cultuur (“als extern geheugen van de maatschappij, ..als filosofie en logisch kennissysteem van overdraagbare stuurcodes...”). Maar dan zitten we wel met de onduidelijkheid van de  scheidingslijn tussen homeostase en gevoel. Of zie ik dat verkeerd?

Verder heb ik nog een vraag met betrekking tot het immuunsysteem. Het is een systeem dat kan leren, maar slechts in één richting. Met andere woorden, het kan leren maar het kan niet “afleren” (afleren is mijns inziens iets anders dan “ontwennen”). Is deze eigenschap niet kenmerkend voor wat jij noemt het “algoritme variatie, selectie en reproductie”? Zo ja, is het dan niet een probleem om te spreken over “sturing” daar waar het gaat om een ezel die zich steeds maar weer aan dezelfde steen stoot?

Met vriendelijke groet,

Hendrik

Goedenavond, Wim van Mourik, andere participanten aan deze discussie,

ik heb in de andere topic van Wim gereageerd, met 'bijna' dezelfde titel. Daar heb ik zo m'n redenen voor. Mogelijkerwijs komt de inhoud van mijn redenen, in deze post hier, naar boven drijven.

De (stabiliteits-)-'laag' voor -en-van- ' 'de 'logica' van het gevoel', kent door de eeuwen heen niet alleen 'n fysiologische of ookwel biologische laag, maar ook 'n archeologische. M.a.w. de selectie van het dominante van 'iets', v/e soort bijv. (mn de mens) kent niet alleen 'n 'natuurlijke' laag, maar ook 'n 'culturele'. Waar 'Homo Erectus', 'n voor-(hard-)loper van onze soort zijn/haar brein, hersens, met ongeveer dezelfde hersen-volume/ -capaciteit, deze hersencellen vooral voor nodig had om te kunnen 'leren' rechtop 'stabiel' te kunnen (hard-)lopen en zodoende te -kunnen- overleven en daar zo'n -ongeveer- 1 miljoen jaar voor nodig had, vóór dit 'n pre-stabiliteits-laag was&werd, vóór het -verder- ontwikkelen van 'taal' en daarmee 'cultuur' en daar weer mee -uiteindelijk- de soort 'Homo Sapiens', onze soort dus 'n mogelijkheid werd. En steeds 'reëeler' naar gelang 'onze soort' zich ontwikkelde op 'n tijdpad, dat nog niet uitontwikkeld lijkt.

De soort waar A. Cornelis het over heeft en 't meest over schrijft en naar refereert komt niet/wel v/e andere planeet of v/e roepende uit/in of /van de 'woestijn'. Dat het 'leven' 'experimenteert' met 'culturele selectie' vs 'natuurlijke selectie' gedurende de afgelopen 150.000-200.000 jaar komt ook a/d orde in een boek van:

- J. Goudsbloem, 'Vuur en Beschaving', 1991;

- a. in de andere topic van Wim van Moruik, het andere boek, meer vanuit arcehologisch perspectief benaderd, nl. dat van M. Harris beschijft de pre-stabiliteits-lagen waar A. Cornelis op voor-borduurt.

Al het werk/ gedachtengoed van Douglas R. Hofstadter, (soms in samenwerking met D.aniel C. Dennet) gaat veel dieper en meer theoretisch in op wat cybernetica is of zou kunnen zijn:

- b. in de andere topic van Wim van Mourik, noem ik, in mijn eerste post op dit platform, een titel.

Ik 'kies' voor deze vorm omdat het zodoende 'dwars'-verbindingen/ -koppelingen mogelijk maakt met 't gedachtengoed van Wim v. M., die vooraf ging aan 't ontstaan van deze topic, die waarin ik -nú- schrijf, die tot meer reacties van anderen heeft geleid. Zodoende wordt 'n verdere stabilisatie van 'gevoel' van 'logica'&'kennis', naar ik hoop, vermoed, veronderstel mogelijk gemaakt.

Ik heb zo'n idee, dat dit mogelijk 'n klein gaatje kan vullen in 'onze' kennis. Waar de huidige vooral natuurwetenschap zich baseert op 'natuurlijke selectie' van hoe onze soort zich ontwikkeld, neemt A. Cornelis veel meer 'culturele selectie' als basis. Dan kan, -wellicht-, niet als vanzelfsprekend beschouwd worden.

 ..., zie m'n p/s, en/of de laatste noot, ...

met vriendelijke groet,

A.G. Terpstra (Gustar)

Noten:

*:

.../wel v/e andere planeet of v/e roepende uit/in of /van de 'woestijn'. Dat ... ;

, ... uiteindelijk blijven we en blijken we toch óók opgebouwd te zijn -letterlijk- uit 'sterren'- en 'denk'-stof van andere planeten. En ... '... Dat ... ;

, ... (de of /v/e) ... 'roepende', ..., :

- uit ... 'de woestijn' verwijst meer naar hoe enkelen van onze soort, zich buiten de verzameling 'mensen' lijken te plaatsen, wat 'n voelskwestie kan blijken te zijn, die wel/niet gedeeld wordt door andere 'exemplaren' uit die (deel-)'verzameling', van levende wezens, mensen, deel(beroeps)groepen, nationaliteiten, familie-verbanden etc..  De pioniers, molenbestrijders uit 't verre verleden tot nu;

- in ... 'de woestijn' verwijst meer naar hoe onze soort, als geheel, 'roept', schreeuwt haast, om i/d woestijn v/h 'leven' zich staande te houden, te (over)-leven. Meer raakvlakken met het heden hebbend, echter ook eeuwen geleden was 'men' al 'cultureel' zoekend(e), zie de (ontwikkeling) can mn. stabiliteitslagen1&2 die A. Cornelis beschrijft;

- van ... 'de woestijn', verwijst meer naar de 'fysieke' 'roots' van onze soort. Hoewel 'we', 'onze 'voor'-lopers' eigenlijk, zich meer ophielden op 't grensvlak van, in de steppe's, later 't moeras, dus tussen woestijn en de 'eeuwige' wouden in, -'t-grote-bos-zegdenkmaar-van-'fabeltjes'-krant. Fabeltjeskrant verwijst weer naar de illusie waarin we leven, 'n, de schijn-werkelijkheid die 'we' hebben gecreëerd in de afgelopen 30.000/ 50.000 jaar en die voor ons zo reëel aanvoelt. Waar D.R. Hofstadter over schrijft;

*:

- ..., zie m'n p/s, en/of de laatste noot, ... ,

- Hofstadter gebruikt 'n subtiel notenapparaat, in zijn boek 'n vreemde lus, zonder nummering, waardoor de (systeem-)lus, de -structuur die eronder ligt mogelijk duidelijk wordt. Deze structuur verwijst, refereert naar de stabiliteitslagen waar A. cornelis dieper op ingaat.

p/s

-sry voor m'n soms lange, mogelijk niet zo gemakkelijk te volgen, zinnen.: 'ik'-'denk' ('ik'=dit 'eigen' 'denk'-'systeem', 'denkt'): -: "ik ben, voel anders, nét 'iets' meer dan anderen dat 't 'nét' iets meer opvalt, ik heb 'n bep. vorm van Autisme, 't syndroom van Asperger." Ik vind dat anderen, mn. zowel Cornelis, als Hofstadter het 'mooier'/ 'subtieler', of gestructureerder formuleren zoals Wim van Mourik. Toch zit er 'n structuur in, in mijn bijdrage, hoop ik, die bij kan dragen tot meer kennis&begrip, ...,

Antwoorden op discussie

RSS

© 2024   Gemaakt door Ad van Vugt.   Verzorgd door

Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden