arnoldcornelis

Logica van het Gevoel

“Hallo, ik wil graag even met u kennismaken. ...”

Kennismaken met iemand is per definitie ook altijd “kennis maken”. Dat doet de mens vanuit z'n zelfsturing, maar hij heeft er natuurlijk wel de ander bij nodig. Arnold Cornelis spreekt van “communicatieve zelfsturing”, een proces van “kennis maken” met de ander, met de wereld en met zich zelf. Kennismakingsprocessen zijn over 't algemeen zoekprocessen. Ze ontstaan zodra er een overgang wordt gemaakt van een wereld van feiten naar een wereld van mogelijkheden. Communicatieve zelfsturing is de sturing die gevoelsmatig aansluit bij het zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Het is zelfsturing van het eigen leerproces waarbij “kennis” gebruikt, verbruikt en gemaakt wordt.

 

Maar als we in de samenleving spreken over “kennis”, dan hebben we het niet over die zelf gemaakte kennis. Dan hebben we het niet over persoonlijke leerprocessen, maar over momentopnames van algemeen erkende “kennisobjecten”. Dan gaat 't om “kennis” in de vorm van een maar weinig veranderbaar “kennis artefact”. Die “kennis” is niet dynamisch en is geen "emerging quality” van een persoonlijke zoek- en leerproces. In tegendeel, zodra we de tijd uit de werkelijkheid halen, en de werkelijkheid uit de tijd, veranderen processen in “objecten” en wordt de film een foto. Dan verlaten we de wereld van mogelijkheden en gaan we terug naar een wereld van feiten. Kennistheoretisch gezien is dat een regressieve overgang van leren naar weten, van tijd naar ruimte, van Zijn naar Hebben. De logica van het gevoel zegt ons dat we in dat ene beeldje van de film geen mogelijkheden kunnen zien om “kennis te maken”, noch met anderen, noch met het leven, noch met onszelf. Niet dat we het niet willen, we kunnen het niet! Feiten zijn voedingsstoffen die we niet, of nauwelijks kunnen verwerken via de stofwisseling van ons verborgen programma. Natuurlijk zijn er altijd mensen die denken dat ze het wel kunnen. Arnold Cornelis noemt ze “empiristen”. Die denken dat ze van het kijken naar feiten wijs worden. Helaas is dat ook precies wat de samenleving van ons verwacht, namelijk dat we op grond van onsamenhangende beeldjes, die we via onderwijs en cultuur krijgen toegereikt, de maatschappelijk relevante hoofdfilm reconstrueren waarin alle betekenissen van ons eigen denken en handelen een plek zullen vinden.

 

Maar de logica van 't gevoel zegt dat communicatieve zelfsturing thuis hoort in een ander systeem en niet kan voldoen aan deze verwachting. In het systeem van communicatieve zelfsturing is kennis dynamisch. In de door handelen bepaalde relatie met de werkelijkheid is het een complex samenspel van constructie (afbreken en weer opbouwen), reductie (vereenvoudigen, afleiden, hypotheses opstellen), conductie (sturen, geleiden), inductie (creëren, axioma's genereren ), reflectie (weerspiegelen, herinneren, vergeten), resonantie (mee trillen, motiveren), representatie (voorstellen, vertegenwoordigen),.. Het “verborgen programma” van iedere persoon is de betekenisbron die nodig is om dit complexe samenspel om te vormen tot een zinvol wordingsproces van het “eigenlijke” Zijn als mens.

 

Zodoende is het best wel verrassend om te constateren dat in het systeem van communicatieve zelfsturing fundamenteel andere waarden en normen een rol spelen. Zo is bijvoorbeeld in de klas “afkijken” niet meer verboden. In tegendeel, het is zelfs verplicht. Want communicatief zelfgestuurd leren is een sociaal proces. Of bijvoorbeeld als het gaat om proefwerken. Daarbij wordt van iedere leerling verwacht ie in één keer een perfect eindresultaat oplevert. In het nieuwe systeem is dat geen geldige evaluatie meer. Ervoor in de plaats komen originele werkvormen die de communicatieve zelfsturing van iedere leerling respecteren. Aan het eind van de negentiger jaren gaven de Fransen daarvan een leuke demonstratie. Via een nationaal onderzoeksprogramma werd een “expert system” ontwikkeld met de naam “Billy”. Het systeem was zo gemaakt dat het kon leren hoe wiskunde problemen voor het eindexamen HAVO worden opgelost. Groepen van leerlingen in diverse HAVO scholen kregen gedurende een heel schooljaar, in plaats van les in wiskunde, de gelegenheid om Billy te leren hoe “hij” de voor het eindexamen relevante wiskunde problemen kon oplossen. Aan het eind van 't jaar deden niet de leerlingen examen, maar Billy. Als Billy slaagde, was elke leerling uit de groep die hem geprogrammeerd had geslaagd voor wiskunde. Na afloop van het experiment constateerde men dat de amplitude en de breedte van de leerprocessen, maar vooral ook de leerresultaten en de motivatie in de leerlinggroepen die met Billy hadden gewerkt, aanzienlijk hoger lagen dan in de traditioneel werkende klassen.

 

Behalve in het onderwijs veranderen ook in het bedrijfsleven de normen en waarden. Voortaan wordt van iedere medewerker verwacht dat ie “half werk” levert. Dat klinkt gek, maar het is zelfs een professionele eis waaraan moet worden voldaan. Immers, aan “perfect” afgeleverd werk kan het team geen waarde toevoegen. Waar het om gaat is “perfectie” op niveau van het collectief, en die berust op integratie van individuele leerprocessen. Niet het eindproduct staat centraal, maar de manier waarop het tot stand komt, dat wil zeggen, de sturingsdynamiek van individuele fouten en successen. Een ander voorbeeld is wanneer nieuwe producten gecreëerd worden, of nieuwe bedrijven worden opgericht. Dan is het van belang dat er op een andere manier wordt gekeken naar de middelen die ter beschikking staan. Voor veel mensen is het nog steeds moeilijk om in te zien dat de overgang van schrijfmachine naar tekstverwerker, te maken heeft de overgang van een wereld van feiten naar een wereld van mogelijkheden. Gelukkig vraagt de praktijk steeds meer om dit inzicht. “Ik doe wel even een voorzet!”, hoor je nu steeds vaker iemand zeggen in de projectmatig werkende teams. En per e-mail wordt er vervolgens een projectvoorstel rondgestuurd waaraan iedereen z'n steentje kan bijdragen.

 

Zo zijn er tal van voorbeelden te noemen die laten zien dat de samenleving steeds verder vordert in de overgang naar een systeem van communicatieve zelfsturing. Om mede van de partij te zijn moeten we vooral onze eigen grenzen goed leren herkennen en niet vergeten dat we allemaal mensen zijn “waarop uitgespaard is”, aldus Arnold Cornelis. We zijn allemaal opgegroeid in, en gevormd door een systeem waarin er geen tijd was om "kennis te maken". De denkbeelden, denk- en handelingsvormen, waarden en normen die daarmee verbonden zijn liggen diep verankerd in onze vanzelfsprekendheden.

Weergaven: 243

Hierop reageren

Berichten in deze discussie

Beste Hendrik,

 

Ik vind het een mooie vondst om  'Ik wil graag even met u kennismaken ' te verbinden met het begrip kennis maken.

Kennis is inderdaad iets wat je je eigen moet maken, in je zelfbeeld moet passen en voortdurend in ontwikkeling en dus ook in verandering is. In het sociaal regelsysteem hebben wij kennis te veel als feiten geleerd en waren we ook verplicht de kennis te reproduceren als feiten anders kreeg je een onvoldoende.

De kennis van nu wordt steeds meer een verworven gegeven die in ontwikkeling is.

Vijfentwintig jaar geleden gaf ik les in kunstgeschiedenis aan een middelbare school. Als ik schriftelijke opdracht gaf (repetitie) dan was er altijd wel iemand die het niet geleerd had omdat hij/zij ziek geweest was. Toch liet ik dan de opdracht maken en mocht het leerboek er bij gebruikt worden. 'Dat is niet eerlijk' vonden anderen. De vragen stelde ik altijd zo dat er een mening of een analyse gegeven moest worden zodat het antwoord niet uit het leerboek over te nemen was. Of later mochten de leerlingen ook overleggen. 

Een mooie voorloper van kennis maken vind ik.

 

Vriendelijke groet, Martin uit den Bogaard

 

Antwoorden op discussie

RSS

© 2025   Gemaakt door Ad van Vugt.   Verzorgd door

Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden