arnoldcornelis

Logica van het Gevoel

De balans van de Nederlandse politiek (met gebruikmaking van Cornelis' filosofie)

Bij de vorige verkiezingen was er eigenlijk geen partij waar ik op kon stemmen, nu zijn PvdA, D66, VVD en GL allemaal goede opties. Belangen worden waarden. Het CDA blijft zoals te verwachten was op het bedenkelijke niveau van macht als willekeur, wellicht niet in hun besturen, maar wel in de communicatie. De VVD is veruit te prefereren boven de SP, want de SP gaat niet uit van de kracht van het individu, het ondermijnt deze eerder en heeft geen onderscheidende kwaliteit ten opzichte van de andere partijen. Bos is voor mij de meest charmante politicus, Halsema de meest ethische (dat belangen waarden worden is bij Halsema / GL het nadrukkelijkst), en D66 is de partij waarbij het idee van macht als willekeur het meest verdwenen is. D66 is zich het meest bewust dat bekwame bestuurders zich omringen zich met mensen die geldige kennisadviezen kunnen geven. Maar dat zijn nuance verschillen. Die nuance verschillen zijn echter wel essentieel van kwaliteit, zoals ik aangeef, maar passen allemaal in Cornelis' filosofie.

Wilders laat ik even buiten beschouwing (niet zo interessant :-)).

De PvdA heeft als partij volgens deze analyse geen onderscheidende kwaliteit meer en leunt op haar geschiedenis. Het heeft wel symphatieke politici, maar is dat voldoende? Symphatieke politici kunnen weleens vergeten dat het in deze tijd belangrijker wordt, dat ze als bekwame bestuurders mensen om zich nodig hebben die geldige kennisadviezen kunnen geven. Hoe loopt het af met het kabinet? Komt het PvdA of het CDA er als winnaar uit? Want daar valt wellicht nog de winst te halen voor het PvdA. Dan wordt de macht van het CDA kleiner en het blok PvdA, D66, VVD, GL sterker.

Weergaven: 179

Hierop reageren

Berichten in deze discussie

Hallo Henk en Martin,
Overal waar het woordje 'zelf' in voorkomt liggen paradoxen, en dus catastrofale leerprocessen op de loer. Het 'Zelf' is een soort spiegeling van het 'Ik', en die twee vergeten vaak dat er ook nog een buitenwereld bestaat. Daaruit komen dan paradoxen voort, zoals bijvoorbeeld: “een egoïst is iemand die uitsluitend aan zichzelf denkt, en nooit aan mij!” Of: “de pessimist zegt: 'erger kan het niet!' Waarop de optimist antwoordt: 'ach, natuurlijk wel!' “ Om dergelijke 'ZELF-referenties' te voorkomen gaat Cornelis ervan uit: (1) dat de zelfsturing communicatief moet zijn, en (2) dat het gaat om de zelfsturing van leerprocessen, als voorwaarde voor identiteit. Zelfsturing vooronderstelt recursiviteit in de vorm van communicatieve terugmelding vanuit de omgeving, met de tijd als nieuwe dimensie waarin persoonlijke en collectieve identiteit zich percipiëren, concipiëren, realiseren, .. percipiëren, etc.. Communicatieve zelfsturing is een proces van permanent herontwerp van zichzelf en van de maatschappij, uitgaande van de sturingsmogelijkheden die een ieder aan de hand van het eigen leerproces kan zien.
Ik denk, evenals Martin, dat we daarmee geen leeftijden kunnen verbinden, en nog veel minder de logica van zenders en ontvangers. Cornelis sprak van 'logische leeftijden' om de emotionele spanningsvelden aan te geven van waaruit de mens nieuwe (zelf)kennis en (zelf)sturingsinzichten ontwikkelt, in relatie tot de drie stabiliteitslagen in de cultuur. Het overwinnen van angst, om de emoties te kunnen nestelen in het natuurlijk systeem, als persoonlijke herkenningspunten voor geborgenheid. Daar ligt ook de verbinding met de evolutie. Angst is een fundamentele leerspanning die zorgt voor een snelle afscheiding van adrenaline in het bloed zodat alle spieren op scherp worden gezet om te kunnen vluchten (op weg naar veiligeid en geborgenheid). Op hetzelfde evolutionaire niveau trad met de geslachtsrijpheid het conflict van de concurrentie op. Alhoewel er nog geen sprake was een bewust 'sociaal regelsysteem' liggen hier toch al de wortels van de emotionele spanning 'boosheid'. Het 'overwinnen' van boosheid levert betere sociale uitzichten op en een grotere 'reproductiebekwaamheid'. Tenslotte is verdriet een emotie die alleen voorkomt bij, en dus ook alleen overwonnen kan worden door communicatieve zelfstuurders.
Maar wat volgens mij van belang is voor de gedachte inzake communicatieve zelfsturing en politiek, is de vraag naar wat Cornelis noemt de 'betekenis sturing'. De etiketten zoals: PvdA, D66, GL, VVD, enz. horen bij het sociale regelsysteem. Want, in tegenstelling tot wat men kiezers wil laten denken, deze etiketten zijn als sturingsbetekenissen in de moderne samenleving steeds minder geldig. Dat komt omdat het voor politieke partijen steeds moeilijker is om een maatschappelijk geldige betekenis te geven aan het leren als 'partij'. Vroeger, in een wereld met vaste regels en principes was het zinvol voor mensen om 'partij te kiezen'. Maar het wordt voor politieke partijen steeds moeilijker om zich op grond van programmatisch (normatief) gefundeerde geldigheid verder te ontwikkelen. In de huidige 'open', en mondiaal communicerende samenleving worden voorgeprogrammeerde 'geldigheidsgrenzen' van partijen steeds vaker doorbroken door zelfsturend lerende mensen en groepen. Die worden dan boos (stemmen op een andere partij) of verdrietig (stemmen niet). Maar gelukkig biedt de moderne technologie mogelijkheden voor nieuwe vormen van communicatieve leerprocessen waarin zelfsturende burgers hun emoties kunnen nestelen als actieve vormen van participatie in de maatschappelijke besluitvorming. De optimale vormen van collectieve identiteit om de leerpocessen daarbij te sturen komen dan vanzelf naar voren, als gevolg van ontdubbeling.
Hartelijke groet
Hendrik ten Berge
Ik heb gereageerd maar ik zie mijn reactie niet op het forum. Dus herhaal ik het voor alle zekerheid, met excuses voor iedereen die mijn bijdrage een tweede keer ontvangt.

Hallo Henk en Martin,
Overal waar het woordje 'zelf' in voorkomt liggen paradoxen, en dus catastrofale leerprocessen op de loer. Het 'Zelf' is een soort spiegeling van het 'Ik', en die twee vergeten vaak dat er ook nog een buitenwereld bestaat. Daaruit komen dan paradoxen voort, zoals bijvoorbeeld: “een egoïst is iemand die uitsluitend aan zichzelf denkt, en nooit aan mij!” Of: “de pessimist zegt: 'erger kan het niet!' Waarop de optimist antwoordt: 'ach, natuurlijk wel!' “ Om dergelijke 'ZELF-referenties' te voorkomen gaat Cornelis ervan uit: (1) dat de zelfsturing communicatief moet zijn, en (2) dat het gaat om de zelfsturing van leerprocessen, als voorwaarde voor identiteit. Zelfsturing vooronderstelt recursiviteit in de vorm van communicatieve terugmelding vanuit de omgeving, met de tijd als nieuwe dimensie waarin persoonlijke en collectieve identiteit zich percipiëren, concipiëren, realiseren, .. percipiëren, etc.. Communicatieve zelfsturing is een proces van permanent herontwerp van zichzelf en van de maatschappij, uitgaande van de sturingsmogelijkheden die een ieder aan de hand van het eigen leerproces kan zien.
Ik denk, evenals Martin, dat we daarmee geen leeftijden kunnen verbinden, en nog veel minder de logica van zenders en ontvangers. Cornelis sprak van 'logische leeftijden' om de emotionele spanningsvelden aan te geven van waaruit de mens nieuwe (zelf)kennis en (zelf)sturingsinzichten ontwikkelt, in relatie tot de drie stabiliteitslagen in de cultuur. Het overwinnen van angst, om de emoties te kunnen nestelen in het natuurlijk systeem, als persoonlijke herkenningspunten voor geborgenheid. Daar ligt ook de verbinding met de evolutie. Angst is een fundamentele leerspanning die zorgt voor een snelle afscheiding van adrenaline in het bloed zodat alle spieren op scherp worden gezet om te kunnen vluchten (op weg naar veiligeid en geborgenheid). Op hetzelfde evolutionaire niveau trad met de geslachtsrijpheid het conflict van de concurrentie op. Alhoewel er nog geen sprake was een bewust 'sociaal regelsysteem' liggen hier toch al de wortels van de emotionele spanning 'boosheid'. Het 'overwinnen' van boosheid levert betere sociale uitzichten op en een grotere 'reproductiebekwaamheid'. Tenslotte is verdriet een emotie die alleen voorkomt bij, en dus ook alleen overwonnen kan worden door communicatieve zelfstuurders.
Maar wat volgens mij van belang is voor de gedachte inzake communicatieve zelfsturing en politiek, is de vraag naar wat Cornelis noemt de 'betekenis sturing'. De etiketten zoals: PvdA, D66, GL, VVD, enz. horen bij het sociale regelsysteem. Want, in tegenstelling tot wat men kiezers wil laten denken, deze etiketten zijn als sturingsbetekenissen in de moderne samenleving steeds minder geldig. Dat komt omdat het voor politieke partijen steeds moeilijker is om een maatschappelijk geldige betekenis te geven aan het leren als 'partij'. Vroeger, in een wereld met vaste regels en principes was het zinvol voor mensen om 'partij te kiezen'. Maar het wordt voor politieke partijen steeds moeilijker om zich op grond van programmatisch (normatief) gefundeerde geldigheid verder te ontwikkelen. In de huidige 'open', en mondiaal communicerende samenleving worden voorgeprogrammeerde 'geldigheidsgrenzen' van partijen steeds vaker doorbroken door zelfsturend lerende mensen en groepen. Die worden dan boos (stemmen op een andere partij) of verdrietig (stemmen niet). Maar gelukkig biedt de moderne technologie mogelijkheden voor nieuwe vormen van communicatieve leerprocessen waarin zelfsturende burgers hun emoties kunnen nestelen als actieve vormen van participatie in de maatschappelijke besluitvorming. De optimale vormen van collectieve identiteit om de leerpocessen daarbij te sturen komen dan vanzelf naar voren, als gevolg van ontdubbeling.
Hartelijke groet
Hendrik ten Berge

Antwoorden op discussie

RSS

© 2024   Gemaakt door Ad van Vugt.   Verzorgd door

Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden