Logica van het Gevoel
Evenals in het theater zijn de rollen die leraren spelen in het onderwijs gericht op het ‘mens zijn’. Een rol is niet hetzelfde als een “functie”. Bij een rol gaat het niet om het functioneren van een generieke persoon in een georganiseerd systeem, maar om de zelfsturing van de bijzondere, unieke ‘mens’, in relatie tot anderen. Dat die bijzondere mens eventueel ook een bepaalde functie bekleedt is een contextueel gegeven dat hoort bij het decor van het theaterstuk waarin hij, of zij optreedt.
Zoals gezegd gaat het bij rollen om de communicatieve zelfsturing van de mens. Met name voor leraren geldt dat het gaat om de zelfsturing van leerprocessen. Het “spanningsveld” waarin zich deze zelfsturing manifesteert en ontwikkeld is de relatie tussen wereldbeeld en zelfbeeld, tussen perceptie en conceptie van de wereld, en van “zichzelf”. Daaruit kunnen we een eenvoudige, maar toch uiterst belangrijke conclusie trekken, namelijk: Onder welke omstandigheden, en op welke manier, de leerinspanningen van derden profiteren, en/of gehinderd worden door wat leraren doen, is een vraag die alleen door de leraar zelf kan worden beantwoordt ! Daarom zegt Arnold Cornelis: “..en dacht je dat ze wisten wat een goede leraar is? Welnee, dat weet alleen de leraar zelf!!..” (“we zijn allemaal mensen waarop uitgespaard is”, conferentie “Leren in 21e eeuw”, den Bosch, juni 1998).
In tegenstelling tot wat men zou kunnen denken is onderwijs niet het scenario dat de rol van de leraar bepaalt. Veelmeer zijn het de omstandigheden die leraren een rol toedelen. Het is niet mogelijk om die rol van te voren te bepalen. Als dat wel zo is, dan gaat 't niet om rollen, maar om functies. Een rol is niet gericht op het uitvoeren van taken. Wie een rol speelt interpreteert zichzelf en de wereld, kent betekenissen toe. In rollen kunnen anderen hun subjectiviteit spiegelen, maar ze kunnen er nooit het ‘doelobject’ van zijn!
Voorbeelden (gaarne rollen toevoegen of verbeteren!!)
De leraar in de rol van:
“Learner”: kan snel nieuwe dingen leren en aan anderen vertellen hoe hij het gedaan heeft, en op welke verschillende manieren hij het had kunnen doen. Hij is, en herkent zichzelf als iemand die er plezier in heeft om constant nieuwe dingen te leren. Hij heeft een hekel aan feiten. Hij is nieuwsgierig en altijd opzoek naar mogelijkheden om zichzelf en de wereld op een andere manier te leren kennen. Wie zich in de ‘learner’ spiegelt ziet plezier en motivatie om te leren.
“Vakman”: hecht er waarde aan de wereld goed te begrijpen. Hij voelt zich verantwoordelijk voor het op niveau houden van zijn competenties. In de relaties met anderen is het voor hem van belang herkend en erkend te worden op basis van zijn kennis en vakbekwaamheid. Wie zich in de “vakman” spiegelt ziet ambitie, vastberadenheid, doelgerichtheid en methode.
“Boei”: boeit anderen door middel van ‘boeiende’ verhalen over alles wat hem, of haar interesseert. In een narratief perspectief wordt het duidelijk waarom het zinvol is om de eigen levensweg door middel van bakens op de toekomst te projecteren, om sporen achter te laten, aan de hand waarvan achteraf dingen kunnen worden begrepen en betekenis kan worden toegekend. Wie zich in de “boei” spiegelt ontdekt ontwikkelingsprocessen van zichzelf en van anderen, en verlangt naar nieuwe mogelijkheden, naar nog niet gebaande wegen.
“Designer”: maakt de wereld zoals hij vindt dat ie moet zijn. Hij, of zij ontwerpt en bepaalt zelf de inhoud en de uitvoering van onderwijs-leerprocessen; houdt rekening met de leerdoelen van de leerlingen en creërt, overeenkomstig persoonlijke praktijk analyses, grenzen,mogelijkheden, en eigen vormen van lespraktijk die hij, of zij tegenover alle betrokken partijen kan verantwoorden. Wie zich in de “designer” spiegelt neemt de kracht waar van zelfvertrouwen en communicatieve zelfsturing.
“Uitvoerder”: probeert zo goed mogelijk te voldoen aan wat er van hem, of haar verwacht wordt. Dat neemt niet weg dat hij, of zij over persoonlijke capaciteiten beschikt die ver boven die verwachting uitgaan. Maar dat is niet essentieel. Waar het om gaat is het zo goed mogelijk uitvoeren van taken binnen de arbeidsorganisatie van de school, overeenkomstig de eisen die de school, in het kader van haar onderwijsopdracht, aan die taken stelt. Wie zich in de “uitvoerder” spiegelt ziet discipline, orde en trouw.
….
Tags:
Weergaven: 96
Welkom bij
arnoldcornelis
© 2025 Gemaakt door Ad van Vugt.
Verzorgd door