Logica van het Gevoel
Ik wil graag enkele gedachten naar voren brengen inzake een belangrijke doelstelling achter het project, namelijk het begrip “integratie”. Volgens mij past een proces georiënteerde definitie van dat begrip goed bij het voorstel. Ik doe een voorzet, zoals de Fransen zeggen, “sans prétention et brut de décoffrage”.
“Ik denk, dus ik ben” zei Descartes. Arnold Cornelis verandert deze uitspraak in : “ik denk op die manier, dus ik ben op die manier” . Behalve dat ieder mens uniek is, geeft hij daarmee aan dat “zijn” een proces is van “bezig zijn met”. Zolang we niet dood zijn, zijn we bezig met leven. Zo gezien kunnen we “zijn” definiëren als: “bewust-zijn” in het hier en nu van het eigen wordingsproces: “Ik doe op die manier, dus ik word op die manier” (waarbij “op die manier” verwijst naar het “verborgen programma” van Arnold Cornelis).
Maar wat van toepassing is op mensen, geldt ook voor de samenleving. De mens verandert de wereld, .. de wereld verandert de mens. Via het “op eigen manier doen van mensen”, gestuurd door de permanente terugmelding tussen zelfbeeld en wereldbeeld, zijn de wordingsprocessen van mens en maatschappij onafscheidelijk met elkaar verbonden. Als we integratie als proces willen benaderen, dan is dit volgens mij een belangrijk inzicht.
De kous is er echter niet mee af. Want tijdens de wordingsprocessen van mens en maatschappij treden verschijnselen op die ervoor zorgen dat deze processen “zich zelf” in stand houden. De systeemtheorie spreekt over “emerging qualities”. De recursieve relatie tussen mens en omgeving is de bron voor “emerging qualities” in de vorm van dynamische zelfreferenties. Ik ga hier niet verder op in, maar volgens mij zijn zelfreferenties van fundamenteel belang voor de zelfsturing van leerprocessen. Ze zorgen ervoor dat het proces van identiteitsconstructie een leven lang kan duren en dat de unieke mens steeds “unieker”. Hetzelfde geldt overigens ook voor de samenleving. Want, zoals gezegd, mensen veranderen zichzelf via de samenleving, en de samenleving verandert zichzelf via de mensen. Integratie is een “kwaliteit” die ontstijgt aan het proces van permanente terugmelding en interactie tussen het unieke en specifieke “self” van de mens, en het unieke en algemene “common self” van de samenleving.
Het lijkt mij belangrijk om te constateren dat “integratie” een “emerging quality” is, en geen doelstelling van identiteitsconstructie. De term integratieproces is eigenlijk niet juist. Integratie is een noodzakelijk bijeffect van wordingsprocessen. Het “samen worden” van mens en maatschappij levert een steeds dieper gaand “integraal” op. Arnold Cornelis beschrijft de ontwikkeling van dat integraal aan de hand van drie systemen. Het ene systeem gaat over in een volgend systeem zodra de dynamische zelfreferenties van het systeem “verzadigd” zijn en geen nieuwe betekenissen meer verwerkt kunnen worden. Zolang dat nog wel kan beleven mensen de uitkomsten van hun wordingsprocessen als zinvolle “verandering”, van zichzelf en van de samenleving. Het is per definitie onmogelijk om de belevenis van veranderingen in relatie tot twee verschillende systemen te verwerken. Er is zelfs al sprake van grote spanning (en mogelijk zelfs blokkerende “incompatibiliteit”) indien iemand die opgegroeid is in een bepaald systeem, op latere leeftijd het persoonlijk wordingsproces moet voortzetten in een overeenkomstig systeem dat zich in een andere ontwikkelingsfase bevindt. Er moet dan, aldus Arnold Cornelis, erg veel “achterstallig kennisonderhoud” gepleegd worden. Hoe dan ook, daar waar het gaat om integratie is het van belang dat het systeemintegraal mens-samenleving niet verzadigd is zodat mensen hun eigen veranderingen kunnen beleven als zinvol. Ze doen dat door betekenis te geven aan veranderingen in de samenleving, die ze waarnemen als zijnde het gevolg van eigen handelen.
Wat ik probeer aan te geven is dat, als we praten over integratie, het vooral gaat om de manier waarop mens en samenleving eigen leer- en veranderingsprocessen sturen, en hoe ze zich die sturing bewust zijn. Zaken als betekenisverlening en zingeving spelen daarbij een belangrijke rol. Betekenisverlening berust op “herkenning”, zingeving op “erkenning”. Kennis, kultuur, normen en waarden vormen de basis voor het “op eigen manier denken en doen”. Wie met beide voeten op die bodem staat kan de werkelijkheid en zichzelf waarnemen, ontwerpen en veranderen, als mogelijke vorm van wat is, maar vooral ook als potentiële vorm van wat wordt. Zichzelf en de werkelijkheid waarnemen en (her)ontwerpen in een permanent proces van verandering is zowel eigenschap van, als voorwaarde voor integratie. Maar zoals gezegd moet de mens dan wel met beide voeten op de bodem staan van de kennis, cultuur, normen, waarden, gebruiken, … die weerspiegeld kunnen worden door de zelfreferentie van het systeemintegraal waarvan hij deel uitmaakt.
Binnen dat systeem spelen sociale relaties de rol van “medium” dat het mogelijk maakt nieuwe betekenissen te integreren. Door samen met anderen dingen te doen kunnen mensen betekenis geven aan verandering, en kunnen ze zin geven aan de persoonlijke belevenis van die veranderingen. Door de zingeving achteraf met anderen te delen ontstaat er maatschappelijk draagvlak voor nieuwe acties. Dat wil zeggen, op basis van deze maatschappelijk geïntegreerde betekenissen kunnen de wordingsprocessen van mens en samenleving worden voortgezet.
De mogelijkheid om waar te nemen dat het eigen handelen de samenleving verandert, is volgens mij dan ook een essentiële voorwaarde voor integratie. Maar het maakt de zaak ook moeilijk, want iedere persoon streeft ernaar veranderingen zo goed mogelijk te doen aansluiten bij het eigen identiteitsconstructieproces. Hoe bewuster mensen het eigen veranderingsproces sturen, hoe groter de behoefte om de maatschappelijke omgeving aan die sturing aan te passen. Aangezien maatschappelijke veranderingen alleen in overleg met anderen kunnen plaatsvinden, en de intensiteit van dit soort intersubjectieve onderhandelingen sterk toeneemt, spreekt Arnold Cornelis over de noodzakelijke verandering van systeem. De West-Europese landen staan aan het begin van het tijdperk waarin de bestaande sociale regelsystemen overgaat naar een systeemintegraal dat berust op communicatieve zelfsturing. Het is reeds duidelijk merkbaar dat de sociale relaties steeds minder hun rol van “medium” vervullen. De traditionele scenarioschrijvers voor die rol , zoals familie, onderwijs, religie, peer-groups, buurtgenootschappen, verenigingen,.., worden “minder gelezen”. Nieuwe communicatietechnologieën doorbreken de grenzen van ruimte en tijd. De sociale dichtheid van de bestaande relatiesystemen neemt af. Steeds meer mensen richten hun zelfsturing op de mogelijkheden van het “virtueel” met elkaar samenzijn. De stabiliserende effecten van ruimtelijk begrensde gemeenschapsvorming op socialisatieprocessen neemt af, en de halfwaardetijd van kennis, cultuur, normen, waarden, gebruiken,… loopt terug. Ook voor de “autochtone eend” is de bestaande bijt steeds minder duidelijk herkenbaar, steeds minder vertrouwd en steeds minder vanzelfsprekend. Steeds meer mensen verdwalen in de overgang naar het nieuwe systeemintegraal. Sociale herkennings- en erkenningspunten vervagen. Kortom integratie is niet alleen voor de “vreemde eenden in de bijt” een probleem.
Ik hoop dat hier voldoende aanknopingspunten zijn voor kritiek en/of verdere onderbouwing. Ik heb geprobeerd een perspectief te schetsen waarbij mijn vraag is: hoe en waar kunnen we het “Centrum voor cultureel-maatschappelijke integratie, burgerschap en ethiek” daarin plaatsen?
Tags:
Weergaven: 144
De zomer is alweer bijna voorbij en daarmee hopelijk ook de stilte op het forum. Mijn vraag met betrekking tot het begrip integratie heeft weinig reacties opgeroepen. Toch wil ik er iets verder op ingaan. Ik vraag me af of het begrip “integratie” niet uitsluitend thuishoort in de logica van sociale regelsystemen? Het roept bij mij het beeld op van een “harmonieuze samenleving” waarin “vreemden” van buiten naar binnen een eigen plekje kunnen/moeten vinden. Tegelijkertijd hoor ik de rechts-extreme angstpolitici zeggen: “wie dat niet wil of kan, die moet maar ‘buiten’ blijven”. In dat opzicht is er een gevaar, want begrippen zijn ook concepten. Behalve dat ze ons helpen een eigen visie op te bouwen van de werkelijkheid, openen en sluiten ze ook bepaalde toekomstperspectieven. Ze bepalen welke ontwikkelingsmogelijkheden we wel (meestal als “noodzaak”), en welke we niet kunnen zien (ignorantie). Zo houdt het begrip “integratie” ons a.h.w. mentaal in de ban van de sociale regelsystemen. Het sluit ons op in een wereldbeeld waarin gebruiken, gewoontes, regels, principes, wetten, enzovoort de illusie opwekken dat de samenleving een laag is van cultuur-historische sedimenten die materiele stabiliteit en welvaart garandeert. Maar dat is al lang niet meer zo, vooral niet in de zogenaamde “rijke” landen. De techniek in het algemeen, en de communicatietechnologie in het bijzonder, heeft de wereld doen krimpen tot op de grootte van een dorp. Logischerwijs wordt dat dorp gekenmerkt door een oneindig grote culturele diversiteit en is er geen sprake meer van een historisch afgebakend en beveiligd “binnen” en “buiten”. Zodoende is het voor iedereen moeilijk om niet te verdwalen. Maar dat probleem is wel op te lossen, namelijk door middel van “communicatieve zelfsturing”. Helaas is nog bijna niemand daar mee bezig of ontvankelijk voor. En dus probeert men door middel van begrippen als “integratie” de oriëntatie terug te krijgen. Maar op den duur is het een verloren strijd. De nationale (en nationalistische) ankers die de sociale regelsystemen vasthouden komen steeds losser te zitten en de opkomende “communicatieve zelfsturing” lost langzaam maar zeker ook vertrouwde doelstellingen zoals “integratie” op. Daarbij verplaatst zich tevens de focus van “doel” naar “weg”, en een nieuwe dynamische visie van sociale stabiliteit ontwikkelt zich in een perspectief dat oscilleert tussen “aggregatie” (samensmelten) en “congregatie” (Geistesverwandtschaft). Ik weet natuurlijk ook wel dat het nog lang niet zover is (de "Zelfsturing voor iedereen"), maar zou het niet zinvol zijn om toch al het “Centrum voor cultureel-maatschappelijke integratie, burgerschap en ethiek” meer in die richting te ontwerpen”?
Welkom bij
arnoldcornelis
© 2025 Gemaakt door Ad van Vugt. Verzorgd door